Synopsis van nr. 14
Dit nr. draagt de verzameltitel Sprokkelingen II, omdat het bestaat uit drie artikels van totaal verschillende aard:
1) Verstrepen (Hugo), Willebroekenaar Frans Peeters (1915-2000), paswerker, communistisch weerstander en conciërge van het Fort van Breendonk in .MHT (Mechelse Historische Tijdingen. E-zine voor geschiedschrijving over de stad en heerlijkheid Mechelen), nr. 14 (Sprokkelingen II), Mechelen, 2021, pp. 5-13, [online], <http://www.mechelsehistorischetijdingen.be/artikels/PDF/14.pdf>. D.i. een biografie van de Willebroekse arbeider en medeoprichter van de KPB-afdeling daar in 1935, die tijdens WO II Politiek Secretaris van de partijafdeling, leider van de lokale afdeling van het Onafhankelijkheidsfront en luitenant van de Gewapende Partizanen voor het arrondissement Mechelen werd. Op 17 juni 1943 werd hij aangehouden en een jaar in het Fort van Breendonk opgesloten, daarna naar Buchenwald vervoerd en op de laatste dodenmars door Russische troepen bevrijd. Als oud-gevangene daar, was hij een van de eerste bezielers van de gedachte dat het Fort van Breendonk als nationaal monument moest behouden blijven en na de oprichting van het Nationaal Gedenkteken Fort van Breendonk werd hij in 1948 aangesteld als bewaker en huisbewaarder ervan, tevens toegewijd gids, een functie die hij 33 jaar lang trouw bleef uitoefenen, tot aan zijn pensioen in 1980. 't Is dus niet echt Mechelse geschiedenis, maar Willebroek viel onder de Mechelse KPB-federatie en dit hoort bij de voorbereiding van een studie daarover.
2) Verstrepen (Hugo), De vernieuwde Communistische Partij(en) van België. Een geval van gespleten persoonlijkheid of van een gespleten nagel? in .MHT (Mechelse Historische Tijdingen. E-zine voor geschiedschrijving over de stad en heerlijkheid Mechelen), nr. 14 (Sprokkelingen II), Mechelen, 2021, pp. 15-20, [online], <http://www.mechelsehistorischetijdingen.be/artikels/PDF/14.pdf>. Ook deze bijdrage hoort bij de voorbereiding van een studie over de Mechelse KPB-federatie. In de KPB-bibliografie die wij ook als voorbereiding maakten, schreven we al eerder dat vanaf 1989 de KPB volledig en definitief opgesplitst werd in de “Kommunistische Partij Vlaanderen” (1989-2009) en de “Parti communiste wallon et francophone” of “Parti Communiste Wallonie-Bruxelles” (1989-heden), met daarin de tweetalige federatie van het Brussels hoofdstedelijk gewest. Na dik twee decennia zorgde een regressieve beweging – in de zin van opnieuw unitair Belgisch en anti-reformistisch – voor een vreemde scheuring in de partij, waarbij beide facties (de factie Caller/Denonville en de factie Hannotte) – nochtans geen van beide tegen de terugkeer naar de oorsprong, naar hun fundamentele principes en originele identiteit – zich als de reguliere stroming beschouwen. Het begon met het congres van 2018-'19 en een verschil in interpretatie van de besluiten ervan, al gaat het ook over doctrinaire standpunten die lijnrecht tegenover mekaar staan en onverzoenlijk lijken. Wederzijdse uitsluitingen en apart gehouden congressen lijken een verzoening onmogelijk gemaakt te hebben.
3) Verstrepen (Hugo), Het spotschrift over de jubileumviering – na 30 jaar, op 27 januari 1717 - der Mechelse torenbrand in .MHT (Mechelse Historische Tijdingen. E-zine voor geschiedschrijving over de stad en heerlijkheid Mechelen), nr. 14 (Sprokkelingen II), Mechelen, 2021, pp. 21-35, [online], <http://www.mechelsehistorischetijdingen.be/artikels/PDF/14.pdf>. Een 19de-eeuws afschrift in een verzamelband op het Mechelse stadsarchief werd vergelijken met een uniek ex. van het gedrukte pamflet in Oxford en zo ontdekten we dat het "JUbILe Van De Maen-bLUssChers. Oft 't DUL Maen-bLUssens VerJaerInCh. Anders tWeeDe MeCheLse bLUsserY. Weer gesChIet In De VoLLe Maen. Den 27 Januarii." eigenlijk geen tweede Maneblusserij was, maar een hekeldicht tegen de jubileumviering ervan door de Mechelaars na slechts 30 jaar i.p.v. 50. Het is van dezelfde Antwerpse hand als het spotschrift van drie jaar eerder op de Ommegang die er gehouden werd n.a.v. de “Vrede” (de overdracht van de Zuidelijke Nederlanden aan keizer Karel VI). In zijn beschrijving van de Maneblusserij, geeft hij de schuld aan de zatte of zotte waker die tot bedekking van zijn schande beweerd had dat een dief een raam uitgegooid had en daar door gekropen was en dat ze die moeten gaan zoeken.