Synopsis van nr. 2
In een band met notities van achttiende-eeuwse geschiedenisliefhebbers vonden we een originele brief terug aan kan. G. D. de Azevedo, proost van het collegiaal kapittel van O.L.Vrouw-over-de-Dijle te Mechelen en schrijver van o.a. de Historische saemenspraeke en de chronycke van Mechelen. Afzender was de Leuvense kanunnik Otto Henricus de Launoy, slechts bekend van twee hagiografische werkjes. Beide waren bibliofiele verzamelaars.
Hij schrijft over het magere resultaat op de verkoopdag van de boeken van graaf Cobenzl, omdat ze te duur waren. Hij had wél de Didaci Saavedræ Symbola Christinao-Politica meegebracht en blijkbaar waren beide heren van plan om de emblemen erin te gaan vergelijken met die in de Imago primi saeculi, 9 jaar vóór Saavedra's Brusselse editie gedrukt.
We horen verder over de begrafenis van zijn collega-kanunnik prof. Jean Pierre Sauvage, die aan de Leuvense Artes-faculteit de belangen van de in 1755 opgerichte School voor Experimentele Fysika behartigd had.
Misschien het belangrijkste zijn zijn ontboezemingen “Van onsen anderen Confrêer”. Dit moet slaan op het drama van de gevangenzetting van een andere professor, kan. Jean-Noël Paquot, vooral bekend van zijn Mémoires pour servir à l'histoire littéraire (...) en valselijk beschuldigd van zware zedenfeiten. Van zijn collega vernemen we niet veel extra feiten, maar wel de geruchten.