Synopsis van nr. 7 

    Deze inventaris vervangt volledig hoofdstuk EE (Kronyken en jaarboeken) uit het “Aanhangsel” op de oude “inventaris 8”. In samenspraak met de hoofdarchivaris werd besloten om aan de hier reeds opgesomde 27 nummers diegene toe te voegen die nà 1894 ook fysiek reeds aan de reeks toegevoegd werden en nog steeds staan onder de nummers XXVIII-XXXVII, doch waarvan geen lijst bestond, plus (de grootste aanvulling) alle relevante nummers uit het fonds Varia (verspreid en dikwijls onduidelijk beschreven), waar eerdere verzamelingen (de F-reeks [allicht samengesteld tijdens het interbellum] en de “oude” Handschriften) al in beland waren, net als trouwens sommige van die aanvullende EE- en DD-nummers.

    De oude nummering werd niet langer gevolgd en uitgebreid. Omdat het hoofdstuk nu veel langer geworden is, werd ervoor geopteerd om een thematische indeling te handhaven, die – althans in grote lijnen – gebaseerd is op de periode waarin de oorspronkelijke kronieken tot stand kwamen. Uit een gedetailleerd nazicht ter identificatie of betere beschrijving bleek al snel dat we over veel meer exemplaren van de A- en B-kronieken beschikken dan gedacht. Voor de achttiende- en negentiende-eeuwse kroniekschrijvers gebruikten we hun overlijdensdatum als classificatiecriterium. De nieuwe nummers zijn slechts het resultaat van de doorlopende nummering in deze nieuwe inventaris. Het zijn de oude plaatsnummers die moeten gebruikt worden om de stukken aan te vragen! Achter “concordantie” wordt eventueel een vorig nr. opgegeven en naast een inhoudelijke plus een materiële beschrijving, verschaften we eveneens relevante informatie over auteur, kopiist en herkomst (o.a. met nazicht van verkoopscatalogi).

    De uitvoerige inleiding verschaft een kritiek van de Mechelse kronieken en een lange uitleg over de bibliofielen en hun verkoopscatalogi, over roepzalen en gezworen roepers (met bijz. aandacht voor de Mechelse) en een uiteenzetting over de terminologie van de verhalende bronnen.